B1-teksten: handige tools en valkuilen.

Schrijven op B1-niveau: zin, onzin en 4 tools op een rijtje

‘B1 schrijven’ is alom bekend geraakt als een magische formule voor taal die iedereen begrijpt. Critici bestempelen het als een ongeschikte norm, vaag begrip en commercieel concept. Toch kun je als webredacteur de categorisering beter omarmen, want de vraag naar B1-teksten is groot. Hoe doe je een B1-check? Wat zijn de valkuilen van B1 schrijven?

In werkelijkheid is B1 een Europese norm om te meten hoe goed iemand een vreemde taal beheerst. Het Europees Referentiekader onderscheidt zes taalniveaus, oplopend van A1 (basisgebruiker) tot C2 (zeer vaardige gebruiker). Ben je een niet-Nederlander die onze taal beheerst op B1-niveau, dan kun je je redden in alledaagse gesprekken en eenvoudige teksten lezen.

B1: tang op een varken?

B1 schrijven? leesniveaus van de bevolkingDe B1-systematiek gaat dus over anderstaligen, niet over lezers met Nederlands als moedertaal. Bovendien slaat de indeling op gebruikers van de nieuwe taal, niet op teksten. Het was opleidingsorganisatie Bureau Taal dat B1 in 2005 heel slim introduceerde als merknaam voor begrijpelijk schrijven.

Bureau Taal wees erop dat 60 procent van de Nederlandse bevolking niet verder komt dan taalniveau B1. Teksten van een hoger niveau zouden de plank misslaan en organisaties veel geld kosten.

De onderbouwing van het percentage mag volgens taalwetenschappers gammel zijn, het effect van het B1-verhaal is dat allerminst. Het heeft helder taalgebruik en begrijpelijke communicatie in veel bedrijfstakken op de kaart gezet. Niet alleen de overheid, maar ook de financiële wereld, gezondheidszorg en juridische dienstverlening willen hun teksten maar al te graag op B1-niveau geschreven zien. 

Hoe meet je B1 taalniveau?

Met de vraag naar B1-teksten rijst de vraag hoe je B1 kunt meten. Aangezien het systeem over mensen gaat, is het strikt genomen onmogelijk om te bepalen of een tekst B1 is. Exit magische B1-check? Niet helemaal. Je kunt een tekst prima zo schrijven dat een B1-lezer hem begrijpt door een aantal regels te hanteren:

  • Gebruik alleen woorden die veel voorkomen, niet te lang zijn en een letterlijke betekenis hebben. Zoekeenvoudigewoorden.nl kan uitkomst bieden. Gebruik alleen jargon als de doelgroep dat van je verlangt.
  • Houd een gemiddelde zinslengte van liefst 10, maximaal 15 woorden aan. Houd je zinnen persoonlijk, actief en zo eenvoudig mogelijk.
  • Alinea’s bestaan uit maximaal 10 tot 15 zinnen of ongeveer 100 woorden. Ze zijn voorzien van duidelijke kopjes.
  • Voor teksten op dit taalniveau is het extra belangrijk dat de opbouw logisch is, de samenhang optimaal en de belangrijkste boodschap vooraan staat.
  • Verplaats jezelf maximaal in de lezer.

Tools voor B1 schrijven

Er is een aantal tools op de markt om de begrijpelijkheid van je teksten te meten:

Het resultaat van de toetsen is niet altijd consistent. Wel geven ze je een handige indicatie van het tekstniveau.

Valkuilen van B1 schrijven

Begrijpelijk schrijven voor een zo breed mogelijke doelgroep kan ook zijn keerzijde hebben. Vijf valkuilen van schrijven op B1-niveau waar je beter niet in verstrikt raakt:

  • Gebrek aan nuance. Het is lastig een genuanceerde tekst te schrijven als je deze tegelijkertijd zo simpel mogelijk wilt houden.
  • Jip-en-janneketaal. Helder taalgebruik en kleutertaal liggen vaak benauwend dicht tegen elkaar. Voldoet je tekst op alle punten voor de B1-lezer, maar voelt de lezer zich niet serieus genomen, dan schiet je je doel alsnog voorbij.
  • Levenloze tekst. Schrijf je teksten voor het merendeel van alle Nederlanders, dan ontkom je er vaak niet aan alle gevoel en energie uit de tekst te halen. Met als resultaat een neutrale leeservaring waar niemand blij van wordt.
  • B1 schrijven is niet altijd de oplossing. Sommige regelingen en wetten zijn zo ingewikkeld dat omzetten in eenvoudige taal onvoldoende is. Er komt vaak meer bij kijken om de communicatie van banken, verzekeringsmaatschappijen, telecombedrijven of overheden begrijpelijk te maken.
  • Illusie van B1. Het is onmogelijk voor iedereen tegelijk te schrijven, voor de restauranthouder, de stratenmaker en de huisarts. B1 wekt de indruk dat dit wel kan door je te richten op een van de laagste taalniveaus.

Kortom, omarm B1, maar staar je niet blind op de criteria. Zet ze naar je eigen hand, schrijf in gewonemensentaal, neem de 5 belangrijkste tips voor webredactie ter harte en gebruik je gezonde verstand!

 

Over de auteur: Femke Rethans

Ik zie online communicatie als een voortdurende uitdaging om taal, techniek en vormgeving perfect op elkaar af te stemmen. Het is altijd in beweging en dat maakt het een prachtig vak. Als online adviseur bij Presenter werk ik met helicopterview en enthousiasme aan online projecten. Mijn inbreng varieert van strategisch advies en projectcoördinatie tot eindredactionele puntjes op de i.

Tags: webrichtlijnen, B1, taalniveau, webredactie



0 reacties op dit artikel
  • Jaap van de Putte zegt:

    Dag Femke,

    Heel goed artikel. Duidelijk dat B1 vooral een ‘marketing’-term is, maar desondanks veel positieve impact in Nederland heeft.
    Je stukje hoe je B1 meet is mijns inziens te onvolledig, met het risico dat het mensen schijnzekerheid geeft over het voldoen. Antwoord geven op de vraag van de bezoeker zit er bijvoorbeeld niet in, en dat is toch wel bijzonder belangrijk in de informatieoverdracht. Of een goede woordvariatie om een concept duidelijk te maken. Of het belang van een betekenisvolle titel. Of het belang van het afwisselen van korte en lange zinnen. De genoemde testtools schieten daar ook volledig in tekort. Overigens is B1-schrijven geen onderdeel van de Webrichtlijnen. Begrijpelijk communiceren is geen succescriterium hierbinnen. Helaas, maar het is niet anders.
    Door bovenstaande kritiek is mijn pluim voor je artikel weer ondergesneeuwd. Daarom nog even een herhaling: goed en duidelijk artikel! Een goede bijdrage voor dit onderwerp.
    Groet, Jaap

    • Daphne Shinn (Presenter) zegt:

      Hoi Jaap! Femke is met zwangerschapsverlof. Inderdaad is B1 geen succescriterium. Dus ik heb die zin aangepast. Gelukkig staat er in de webrichtlijnen (niveau AAA) wel een succescriterium over leesbaarheid en taalniveau. Voor de geïnteresseerden: http://versie2.webrichtlijnen.nl/documentatie/3.1.5/

      Ik kan natuurlijk niet voor Femke spreken, maar ik lees dat ze naar andere blogs verwijst (o.a. over denken vanuit de doelgroep/toptaken en doelgroepgericht schrijven) en dat de tools een indicatie geven.

      Verder: leuk te horen dat je het blog (ook) een goede bijdrage voor dit onderwerp vindt! We steken veel tijd in het ontwikkelen van onze vakkennis, en in het delen daarvan. Ik zal komende maand enkele blogs publiceren over Webrichtlijnen. Fijn als je meeleest en ons/mij scherp houdt!

  • Hanny Heuts zegt:

    B1 schrijven goed idee! Maar waarom gebruiken jullie dat zelf dan niet in dit artikel?

    • Femke Rethans zegt:

      Hoi Hanny! Dit blog is voor vakgenoten. Het taalniveau hoeft niet B1 te zijn om de tekst voor hen helder en toegankelijk te houden.

  • Mariet Hattink zegt:

    Helder en mooi artikel. Ik heb alleen een vraag: uit welk onderzoek en jaar komt de staafdiagram ‘leesniveau van de Nederlandse bevolking’?

  • Fred van Slingeren zegt:

    Hi,
    ik gebruik altijd Textmetrics hiervoor; daar zit ook een B1 module in. Die werkt overigens ook voor meerdere talen, niet alleen Nederlands. En daarnaast kun je er ook dingen mee doen, zoals b.v. kijken naar gender orientatie van de tekst en ook met concrete aanwijzingen hoe dat aan te passen.

  • André Gussekloo zegt:

    Inhoudelijk sterk artikel, maar ik struikel over de vorm: erg veel passief taalgebruik. Wees niet bang om het beestje bij z’n naam te noemen!

    • Maxence van Mastrigt zegt:

      Bedankt voor de tip André!