Schrijven voor de rijksoverheid: van koning(in) naar keizer(in)
Koning(in) van de synoniemen. Dat moet je zijn als je online teksten schrijft voor de rijksoverheid. Met deze vijf korte tips maken (web)redacteuren direct betere content.
1 | De rijksoverheid schrijft B1
Teksten zitten bij de rijksoverheid vaak boordevol ambtelijke taal en vakjargon. Om je content zo goed mogelijk over te brengen herschrijf je die naar een B1-niveau. B1-teksten zijn voor 60% van alle Nederlanders goed te begrijpen:
- gebruik hiervoor korte zinnen en alinea’s;
- vermijd tangconstructies;
- maak opsommingen (zoals deze…);
- zoek pakkende koppen en kies passende synoniemen voor de ambtelijke woorden. Je schrijft namelijk niet determinant, maar bepalende factor. En van dialogiseren maak je het gesprek aangaan;
- maak een lijst van veelgebruikte synoniemen en deel die. Zo gebruikt iedereen bij de webredactie dezelfde woorden en is je content eenduidig.
De afspraken binnen de redactie zijn ook op te nemen in een schrijfwijzer. Zo werkte ik bij het ministerie van Defensie met redactierichtlijnen over onder meer: stijl, spelling, tone-of-voice, afbeeldingen en video’s.
2 | Strijd met de factor tijd
De wegen binnen een ministerie zijn soms lastig te doorgronden. Er zitten vaak veel lagen tussen originele teksten en de versie die jij voor ogen hebt. Houd daarom als je schrijft rekening met de factor tijd. De lagen halen constant informatie weg of voegen juist iets toe. Controleer dus regelmatig of je geen essentiële gegevens mist of juist te veel onnodige tekst hebt. Dit kan ten koste gaan van je werktempo en je deadline in gevaar brengen.
3 | Vertrouw op je expertise
Krijg je een tekst terug die je niet meer herkent? Geef vanuit jouw expertise als webredacteur argumenten waarom je kiest voor juist dat ene woord of die bepaalde zinsopbouw. Overleg regelmatig met de opsteller van de tekst, de stakeholders, de communicatieafdeling, de eindverantwoordelijke en je collega’s van de redactie. Vraag of je op de goede weg zit en wat er beter kan. Schaaf je tekst bij tot je zeker weet dat de gebruiker deze begrijpt en nuttig vindt.
4 | Stel de gebruiker centraal
Richt je content op de gebruiker. Rijksambtenaren hebben nog wel eens de neiging om zendergericht te denken. Ga hierover in overleg en zoek samen juist aansluiting met de belevingswereld van de bezoeker/klant. In de meeste kamerstukken staat veel droge, feitelijke informatie. Ook die is overzichtelijk, uitnodigend en goed leesbaar te presenteren.
Maak de gegevens daarvoor zoveel mogelijk concreet. Mensen die niets weten van IT bij Defensie hebben weinig aan de zin: ‘Om in het digitale domein slagvaardig te kunnen blijven, zal Defensie de reguliere processen waar nodig aanpassen.’ De volgende oplossing is een stuk gebruiksvriendelijker en vereist minder voorkennis: ‘Om de razendsnelle ontwikkelingen in digitale technologie bij te kunnen houden, gaat Defensie daar waar nodig anders werken.’
5 | Gebruik de mogelijkheden van het platform
Wat heeft de gebruiker aan de informatie die jij biedt? Waarom bezoekt hij je site? Een goede manier om hierachter te komen is een toptakenonderzoek. Die toptaken kun je ook bij overheidssites goed in beeld brengen. De sites draaien vrijwel allemaal op het platform rijksoverheid online. Daarop kun je nu een toptakenblok maken en een hoofdnavigatie vrij inrichten. Websites op het platform zijn gegarandeerd toegankelijk, goed vindbaar door zoekmachines (SEO) en voldoen aan de webrichtlijnen. Het platform wordt bovendien dertien keer per jaar geüpdatet.
Met deze tips in het achterhoofd ben je naast koning(in) van de synoniemen straks ook keizer(in) van de content!
Over de auteur: Thijs Imandt
Als online specialist bij Presenter werk ik vooral als webredacteur. Nieuwsredactie en statische content schrijven zijn hierbij de hoofdtaken. Ik ben een echte teamspeler, houd van aanpakken en zorg voor de juiste content op de juiste plek.