Toetsenbord

De 5 principes van Webrichtlijnen 2

Webrichtlijnen helpen je om je website en content toegankelijk te maken. Voor mensen met en zonder beperkingen, én voor (zoek)machines. Begrijp je de 5 principes van Webrichtlijnen 2, dan kun je er makkelijker rekening mee houden bij het ontwikkelen van een website of content.

Hopelijk ben je al overtuigd van het belang van Webrichtlijnen. Bijvoorbeeld na het lezen van onze blogs over Webrichtlijnen voor overheid en Webrichtlijnen voor het bedrijfsleven. Of je nou streeft naar een waarmerk drempelvrij of ‘alleen’ naar een website die toegankelijker is voor mens en (zoek)machine: het begrijpen van de principes is stap één.

Principes, richtlijnen en succescriteria

Sinds 2011 is Webrichtlijnen versie 2 de standaard voor toegankelijke websites. Webrichtlijnen 2 bestaat uit 5 principes: de 4 principes van de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen WCAG 2.0 en een extra toegevoegd principe Universeel dat alleen in Nederland ‘geldt’:

  • Waarneembaar (Perceivable)
  • Bedienbaar (Operable)
  • Begrijpelijk (Understandable)
  • Robuust (Robust)
  • Universeel

Elk principe heeft een aantal richtlijnen. En bij elke richtlijn horen succescriteria op verschillende niveaus (A, AA en AAA) waarmee jij (of een collega) kunt beoordelen of je website volstaat. Als hulpmiddel worden er in de webrichtlijnen ook afdoende en aanbevolen technieken besproken, en worden gangbare fouten uitgelegd. Iacobien Riezebosch heeft dit samengevat in een handig schema:

Schema met de lagen van Webrichtlijnen versie 2. Tekstalternatief via de link na de afbeelding.

Bron en tekstalternatief: ‘Wegwijs in WCAG 2.0 en Webrichtlijnen 2’ van Iacobien Riezebosch

Principe Waarneembaar (Perceivable)

Het principe Waarneembaar gaat om de vraag: is de content die je plaatst ook ‘waar te nemen’ door iemand die bijvoorbeeld slechtziend, blind, slechthorend of doof is? Is een deel van de informatie alleen beschikbaar als afbeelding, film/video of geluidsfragment, plaats hiervoor dan ook een tekstalternatief. Tekstcontent kan namelijk ook worden gelezen met een screenreader of braille-regel. En… door (zoek)machines!

Voorbeelden van tekst-alternatieven:

  • Alt-tekst bij informatieve afbeeldingen
  • Aparte pagina met omschrijving voor complexe infographics
  • Ondertiteling/transcript/audio-descriptie bij video’s
  • Adressen en route-omschrijving naast Googlemaps-kaartje

Houd ook rekening met verschillende maten van kleurenblindheid. Zorg voor voldoende contrast tussen de achtergrondkleur en de kleur van de letters. En gebruik nooit alléén kleur om betekenis over te brengen. Zoals een tekst bij een invoerveld, dat rood kleurt als je dat veld ‘verkeerd’ invult, of verwijzen naar ‘het voorbeeld weergegeven in groene tekst’.

Principe Bedienbaar (Operable)

Niet iedereen kan een muis of touchpad gebruiken. Het principe Bedienbaar schrijft daarom voor dat alle content op je website bereikbaar (navigeerbaar) moet zijn via het toetsenbord.

Problemen ontstaan bijvoorbeeld vaak bij:

  • Informatie ‘verstopt’ achter mouse-hoover, bijvoorbeeld extra informatie bij het invullen van formulieren (sowieso al niet erg duidelijk).
  • Embedded video’s: soms kun je de video wel starten en stoppen, maar niet meer ‘terug komen’ op de webpagina zelf.
  • Carrousels en animaties die automatisch (blijven) bewegen, en die je als websitebezoeker niet zelf kunt stoppen/pauzeren, en weer starten.
  • Iframes waar je niet in en/of weer uit komt.

Als contentspecialist kun je dit soort problemen vaak niet zelf/alleen oplossen, maar wél signaleren. Probeer vooral eens door een aantal websites te navigeren met alleen de tab- en pijltoetsen op je toetsenbord. Terwijl je dat doet moet je ook kunnen zien waar op de webpagina je je bevindt, door middel van een stippellijntje of kader om (menu)items (let op: dit moet je soms eerst aan zetten in je browser-instellingen).

Principe Begrijpelijk (Understandable)

Bij het principe Begrijpelijk gaat het om begrijpelijke content. Op niveau A en AA is verrassend genoeg alleen vereist dat de taal van de webpagina en van zinsdelen in een andere taal in de html-code worden aangegeven. Je back-end-developer regelt dat als het goed is voor hele webpagina’s. Maar als je in een Nederlandstalig artikel bijvoorbeeld een Engelstalige quote zet, moet je dat als contentspecialist zelf in de html-code aangeven (meestal via de html-modus in de cms-editor). Op niveau AAA vind je pas richtlijnen die gaan over leesbaarheid en lees/taalniveau, zoals het vermijden of uitleggen van jargon en ongebruikelijke woorden. Lees ter inspiratie ook eens de tips in ons blog over schrijven op B1-niveau.

Daarnaast bevat dit principe richtlijnen voor consistentie in de gebruikersinterface, bijvoorbeeld:

• Een (navigatie)menu dat herhaald wordt, moet overal gelijk zijn (ook qua volgorde).
• Elementen zoals buttons die er hetzelfde uit zien, moeten ook overal hetzelfde ‘doen’.
• Duidelijke instructies en foutmeldingen bij (het invullen van) formulieren.

Je merkt dat het ook bij dit principe allang niet meer gaat om mensen met ‘beperkingen’. Je maakt een website voor iedereen gebruikersvriendelijker.

Principe Robuust (Robust)

Het principe Robuust is het meest ‘technische’ principe, en is voor veel contentspecialisten het lastigst te beoordelen. Kort gezegd: De html-code van je website moet correct zijn, zodat browsers en bijvoorbeeld screenreaders deze kunnen ‘lezen’ en correct kunnen tonen (of voorlezen). Fouten in de code kunnen ervoor zorgen dat content niet goed wordt weergegeven, en kan gebruik van functionaliteit in de weg zitten. Een eerste check kun je doen via bijvoorbeeld http://validator.w3.org/. Maar mijn ervaring is dat je vervolgens snel met back-end- en front-end-developers in gesprek moet om de resultaten goed te kunnen interpreteren.

Principe Universeel

Mijn contenthart gaat sneller kloppen van het principe Universeel. Want deze richtlijnen gaan over content goed vindbaar, uitwisselbaar en duurzaam maken. Bijvoorbeeld:

  • Structuur en (semantische) opmaak die bijdraagt aan het begrijpen van content door mensen en (zoek)machines. Bijvoorbeeld door het gebruik van (sub)koppen in een correcte hiërarchie (h1, h2, h3, et cetera, zonder niveaus over te slaan).
  • Basiscontent en -functionaliteit is altijd beschikbaar, onafhankelijk van device, besturingssysteem of browser.
  • Gebruikersvriendelijke URL’s die (qua opbouw en tekst) duidelijk en informatief genoeg zijn om inzicht te geven in de content achter de URL.
  • Het markeren van ‘dubbele’ content op een website (domein), zodat zoekmachines worden ‘doorverwezen’ naar de belangrijkste pagina/variant zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor organische zoekresultaten.

Meer weten over Webrichtlijnen?

Zijn de principes en richtlijnen van Webrichtlijnen 2 over het algemeen nog redelijk begrijpelijk, de succescriteria zijn wat minder toegankelijk geschreven. Nogmaals: als contentspecialist hoef je niet elk detail te kennen. Wat veel belangrijker is, is dat je de principes van de Webrichtlijnen begrijpt, in staat bent fouten te signaleren, mee te discussiëren over nut en noodzaak, en er zo veel mogelijk naar handelt.

Wil je meer weten over Webrichtlijnen, lees dan bijvoorbeeld:

Over de auteur: Daphne Shinn

Als onlinecontentspecialist, contentmanager, online adviseur (of hoe je het maar noemen wilt) bij Presenter, help ik organisaties met strategische keuzes en het vertalen daarvan naar praktische plannen. Altijd met enthousiasme, en met doeltreffende content in de hoofdrol!

Tags: toegankelijkheid, webrichtlijnen, begrijpelijkheid



0 reacties op dit artikel