Goede online content is geen raketwetenschap

Goede content is helemaal niet ingewikkeld. Zo. Dat is er uit. Het draait maar om twee dingen. Helder communiceren en je inleven in de mensen waar je tegen of mee praat. Als het goed is doe je dit constant. Wanneer je met je kinderen praat, maar ook wanneer je met je collega’s van gedachten wisselt. Niet zo ingewikkeld, want we doen het allemaal. Als je een brood koopt bij de bakker vraag je: ‘Mag ik een halfje bruin.’ Niets meer en niets minder. De bakker weet wat je bedoelt en jij krijgt waar je naar zocht. Maar waarom gaat dit online toch nog zo vaak verkeerd terwijl je vol goede bedoelingen begon? Als je deze 7 tips volgt, is je content no-nonsense en dus effectief.

1. Denk goed na voor je iets zegt

Alles wat je zegt kan tegen je gebruikt worden. Dat geldt ook online. Zorg er daarom voor dat je wat je online vertelt ook daadwerkelijk waar kan maken. Denk daarom goed na wat je online zet en in welke vorm je dat doet. Stel jezelf bij elk stuk content de vraag: hoe help ik mijn klanten hiermee en hoe draagt het bij aan mijn eigen doelstellingen? Hoe vaak kom je bij overheidssites geen nieuwsberichten tegen zonder nieuws maar mét vaagtaal. Niet meer doen. Geen inhoud is geen nieuws. Een FAQ die geen antwoord geeft op een vraag, of een antwoord op een vraag die nooit gesteld wordt: toedeledokie!

2. Communiceer in gewone mensentaal

Wissel informatie uit op een manier die kenmerkend is voor de homo sapiens. Communiceer in gewone mensentaal dus. Zorg ervoor dat ik het in een keer begrijp. Dus laat het bullshit bingo-spel lekker in de kast staan en laat het vakjargon waar het hoort: op de werkvloer. Noem die buis aan de achterkant van je auto waar warme vieze rook uitkomt gewoon een uitlaat en geen einddemper of knalpot. Vind je het moeilijk om in te schatten welk woord het meest wordt gebruikt? Dan is een keyword-analyse je beste vriend.

3. Val met de deur in huis

‘Ik vind je hartstikke aardig. Je hebt veel in je mars en… bla bla bla. Yada yada en nog eens yada,’ en dan aan het einde het slechte nieuws. Een mooie verbale versie van aai poesje, aai poesje, rotkat. De grap is, je wist waarschijnlijk vanaf de eerste zin al wat er aan zat te komen. Je had liever gehad dat je het nieuws direct had gehoord. Als je wilt dat je informatie goed overkomt, val dan direct met de deur in huis. Schrijf volgens de omgekeerde piramide. Belangrijkste informatie eerst, daarna pas de uitleg en aankleding. Schrijf elke tekst alsof je een nieuwsbericht schrijft: oprolbaar en concreet. Het is een open deur, maar val met de deur in huis.

4. Je hoeft niet alles te vertellen

Ben je op een feestje, zit je net naast die vage kennis van je buren die alleen maar over zichzelf praat. Over ‘welke wijven hij lekker vindt’ (zijn woorden, niet de mijne), over hoe belangrijk zijn werk wel niet is (‘ik ben chief [placeholder] officer en ik rapporteer direct aan de opperoebiedoebie’) en net iets te veel informatie over zijn teennagels. En dat terwijl je alleen maar vroeg waar hij de jarige van kende. Online werkt het net zo. Je wilt niet die oversharing [schuttingwoord naar keuze] zijn. Praat niet om je stem te horen. Je hoeft niet alles te vertellen. Dat leidt alleen maar af van de boodschap. Geef gewoon antwoord op de vraag. Meer niet. Wil je weten of je site de juiste content bevat? Doe een contentaudit.

5. Weet wat de ander interessant vindt

Als je mij vertelt over het liefdesleven van Jan Smit, haak ik mentaal af. Ik kan er niets aan doen. Het interesseert me gewoon niets. Wanneer je praat over typografie, fotografie of comedy hang ik aan je lippen. Waarom: ik vind het superboeiend en het inspireert me om dingen te maken. De kans dat ik nog een keer een gesprek aanknoop met iemand die kan genieten van mooie lettertypen is groter dan iemand die me het volledige oeuvre van Jan Smit wil laten horen (sorry Jan!). Zo werkt het – je ziet het niet aankomen – online ook. Je bereikt pas mensen als je hun belevingswereld kent en een invalshoek bedenkt die aansluit bij hun belevingswereld. Maak content waar mensen op zitten te wachten.

6. Luister naar mensen

Die vage kennis van de buren van zo-even: als die had opgelet dan zag ie dat ik niet luisterde. In gedachten zocht ik naar een excuus om ergens anders heen te gaan. Helemaal toen hij over Jan Smit begon. Hij bleef maar doorgaan en had geen interesse voor wat ik te vertellen had. Zenden, vertellen en oreren. Dat was alles wat hij deed. Hij dacht dat hij een goed gesprek had omdat ik beleefd knikte op de juiste momenten. Als hij de moeite had genomen om mij in het gesprek te betrekken, had ik mijn mening over de beste man misschien wel bijgesteld. Nu is hij vooral die zelfingenomen meneer met die teennagels. Voorkom dat je die man wordt, en luister naar je klanten. En doe ook wat met de dingen die ze je vertellen.

7. Gebruik je gezond verstand

Goede online content is geen raketwetenschap. Echt niet. De kunst van goede content zit hem in de eenvoud. Laat je daarom niet gek maken door de nieuwste marketing buzzwords (‘[vakterm x] wordt eindelijk volwassen’, ‘2016 wordt het jaar van [vakterm y]’) en vaar op je gezonde verstand. De online wereld mag dan constant veranderen, de behoefte aan heldere behulpzame content blijft. Mensen blijven tenslotte mensen.

Over de auteur: Sjors Bos

Goede content is relevante content.

Tags: contentmarketing, menselijke maat, toegankelijke content