Header Contentkalender

Contentformule: overtuig je bezoeker met een consistent verhaal

Heb je een contentkalender opgesteld? Dan wil je die mooie planning natuurlijk direct uitvoeren. Je gaat aan de slag met geweldige content die jouw boodschap helder en eenduidig naar buiten brengt. Content die beantwoordt aan de behoefte van jouw bezoekers. Een contentformule kan je daarbij helpen. Dit is een praktische doorvertaling van het websiteconcept naar content.

De contentformule bevat zowel regels en richtlijnen voor content als de strategische onderbouwing daarvan. Dit gaat een stuk verder dan de schrijfwijzer, die zeer concreet ingaat op de content zelf. Je zou kunnen zeggen dat de contentformule het fundament is voor de schrijfwijzer. Strategie én praktijk in één document. De keuze voor een schrijfwijzer en/of een uitgebreidere contentformule is natuurlijk afhankelijk van de grootte en complexiteit van je organisatie én website.

Plaats van contentformule in de organisatie

Waar staat de contentformule in de organisatie? Aan de basis is er natuurlijk een missie en visie. Daaruit komen organisatiedoelstellingen voort. Iets praktischer wordt het met het marketing- en/of communicatieplan. Zichzelf respecterende bedrijven vertalen dit in een online strategie, die uitmondt in een contentstrategie. Pas daarna komen we bij de contentformule en de schrijfwijzer.

Door deze vertaalslag te maken (van heel abstract naar heel concreet), weet je zeker dat je online communicatie het verhaal van je organisatie consistent vertelt. Je wilt niet zomaar een verkooppraatje houden, nee het gaat om storytelling. Je brengt gevoel over, passie. In iedere uiting is direct de missie van de organisatie te herkennen.

Keuzes uitleggen

De winst van een contentformule is dat je sterk staat in de organisatie. Je kunt namelijk uitleggen aan stakeholders waarom je bepaalde keuzes maakt. Of waarom je bepaalde content anders wilt inzetten. Met een goede contentformule heb je een strategische borging van concrete acties.

Inhoud contentformule

De invulling van de contentformule is deels afhankelijk van de inrichting van je organisatie. Ook de complexiteit van de website speelt een rol. De contentformule bevat idealiter een uitwerking van de volgende onderdelen:

  1. Missie, visie, doelstellingen plannen
    Wat zijn de missie en visie en wat zijn de organisatiedoelstellingen? Noem ook de belangrijkste elementen uit het communicatieplan en de online strategie. Geef aan hoe deze strategie zich doorvertaalt naar content. Zijn deze onderdelen niet aanwezig in de organisatie? Dan weet je wat je te doen staat!
  2. Beheer en processen
    Duidelijke afspraken over processen en beheer zijn onmisbaar als je goede content wilt leveren. Leg rollen en verantwoordelijkheden daarom vast in de contentformule.
  3. Website concept
    Heeft een website meer dan 4 niveaus? Dan loont het om het concept van de website eens goed uit te leggen. Hoe zit het geheel in elkaar, waarom is voor deze gelaagdheid gekozen? Hoe werkt de interactie? Waarom is hiervoor gekozen? Dit helpt om de richtlijnen in het juiste perspectief te kunnen plaatsen.
  4. Navigatiestructuur
    Hoe is de navigatie opgebouwd, hoeveel niveaus gebruik je? En wat zijn de richtlijnen voor de navigatie? Gebruik je bijvoorbeeld in het geval van een e-commerce-website voor ieder product zoveel mogelijk dezelfde subpagina’s?
  5. Design & templates
    Geef aan hoe de verschillende pagina’s eruitzien en hoe ze zijn opgebouwd. Welke templates zijn er en wanneer gebruik je ze? Welke content gebruik je op welke typen pagina’s? Als het websiteconcept daar om vraagt, stel je specifieke regels en richtlijnen op voor ieder template of ieder paginatype.
  6. Schrijven voor het web
    Richtlijnen voor schrijven voor het web zijn vooral belangrijk in een organisatie waar mensen met een verschillende achtergrond aan de website werken. Heeft niet iedereen een online achtergrond? Neem dan altijd de basisregels voor schrijven voor het web op.
  7. SEO-richtlijnen
    Hoe zorg je ervoor dat al die mooie content ook vindbare content is? Met andere woorden: hoe ga je om met SEO? Hoe bepaal je de keywords? In welke elementen gebruik je minimaal het primaire keyword? En is er een standaard format voor bijvoorbeeld de meta-title?
  8. Merktaal / huisstijl
    Heeft de organisatie algemene informatie over de merktaal of merkwaarden? Of zijn er algemene huisstijlregels waar je je aan moet houden? Dan is het handig deze op te nemen in de schrijfwijzer of contentformule.
  9. Taal- en tekstrichtlijnen
    Welke afspraken maak je over content en tekst? Denk aan standaard links of call-to-actionteksten, downloads, opsommingen, afbeeldingen en video’s. Ga ook in op de tone-of-voice en de aanspreekvorm (u of jij). Zorg er bij het opstellen van deze richtlijnen voor dat ze aansluiten bij de merktaal en huisstijl.
  10. Bijlagen
    In de bijlage voeg je woordenlijsten en lijsten met veel voorkomende afkortingen toe. Handig als naslagwerk. Ook andere relevante documenten plaats je in de bijlagen.
  11. Samenvatting: quick reference card
    Heb je een heel uitgebreide contentformule geschreven? Stel dan een quick reference card op. Zet de allerbelangrijkste afspraken uit de contentformule op één A4. Verwijs voor meer details steeds naar het juiste hoofdstuk in de contentformule. Print dit handige overzichtje, deel en verspreid het. Dan kan iedereen er dagelijks mee werken.

Over de auteur: Erik van Laar

Sinds begin 2011 werk ik als webredacteur bij Presenter op het gebied van social, seo, contentmigratie en webredactie. Van tijd tot tijd blog ik over ontwikkelingen die mij hierin opvallen. Opgeleid tot journalist en een grote passie voor taal. Ik heb diverse interessante opdrachten mogen uitvoeren voor uiteenlopende klanten. Nonprofit: Rijkswaterstaat, Gemeente Den Haag. Profit: BAM, E.ON, OHRA, SNS Bank.

Tags: contentkalender, contentformule



0 reacties op dit artikel
  • B. van Heest zegt:

    Ik zocht op “een consistent verhaal” en kwam op uw formule uit. Heb de volgende vraag: Een notaris maakt een nieuw testament op en spreekt over een consistent verhaal dat de testateur heeft gevoerd, terwijl diezelfde testateur net een hersenbloeding heeft gehad, vanuit het ziekenhuis rechtstreek is opgenomen in een verpleeginrichting omdat hij reeds gehandicapt was, zwakbegaaft, niet goed kon lezen e/o schrijven en begrijpen, maar sinds die TIA ook nooit meer kon spreken. Hoe kan je dan nog verklaren, dat deze testateur een consistent verhaal had? Heeft u hiervoor een (mogelijke) uitleg? Alvast bedankt voor uw reactie.